Dienaren van Jezus en Maria
  • SJM
    • Geloften
    • Ignatiaanse spiritualiteit
    • Liturgie
  • Klooster Maleizen
    • Geschiedenis
  • Giften
  • Verwijzingen
  • Contact
Geloften

Geloften

Alle leden van de SJM leggen de drie geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af om zich zo sterker te kunnen verenigen met Christus en zich volledig aan het heil der zielen in dienst van de Kerk  te kunnen wijden.

De gelofte van armoede bestaat er in de eerste plaats in volledig af te zien van persoonlijke eigendom. Alles wat men gebruikt of ontvangt, behoort toe aan de gemeenschap. Zelfs wanneer een ordelid voor de zielzorg talrijke materiële hulpmiddelen gebruikt, is hij door zijn gelofte verplicht zijn hart niet aan de dingen van deze wereld te verliezen, maar ze te "gebruiken alsof men ze niet gebruikt" (1Kor. 7,31). Daar bovenop moet een eenvoudige en bescheiden levensstijl gehanteerd worden, verbonden met de bereidheid elke opdracht bereidwillig aan te nemen en ook naargelang de eigen bekwaamheid overal heen te gaan waar meer voor de eer van God te halen valt.  In deze zin omvat de armoede ook de absolute bewegingsvrijheid en de vrijheid voor de dienst van het zielenheil.

De gelofte van kuisheid is van groot belang, omdat hierdoor op bijzondere wijze de volkomen vereniging van het ordelid met Christus, de Bruidegom van zijn ziel, tot uitdrukking komt. Het bewust afzien van een huwelijk en een gezin is geen Nee aan relaties en vriendschap, maar een vreugdevol Ja aan de hoogste en schoonste relatie, aan vriendschap met Jezus. Met zijn volledig toegewijde leven aan God getuigt het ordelid aan de wereld dat het loont van zich gans aan God te schenken. Tegelijkertijd blijft hij vrij om alle mensen te dienen die hem toevertrouwd zijn, zonder onderscheid en zonder zich door persoonlijke voor- of afkeuren te laten leiden.

Terwijl de vorige twee geloften helpen het eigen hart noch aan bezit, noch aan andere mensen te verliezen, bevrijdt de gelofte van gehoorzaamheid het ordelid van de eigen wil. Daar bedoelt men niet het verzaken aan denken voor zichzelf of aan eigen initiatief mee, maar het vrijwillig zich ondergeschikt maken in dienst van een hogere, gemeenschappelijke missie, omwille van de liefde van Christus die voor ons heil "gehoorzaam geworden is tot de dood, ja tot de dood aan het kruis" (Fil. 2,8). Dit natuurlijk onder het voorbehoud dat geen zonden bevolen worden, dat de gehoorzaamheid uiteindelijk steeds tegenover God gesteld wordt. Daar bovenop verbinden de SJM aan de gehoorzaamheid ook een bijzondere trouw aan de paus en aan het leerambt van de Kerk. De bisschop van Rome is de plaatsvervanger van Christus op aarde, de waarborg voor het juiste geloof en de rots waarop de Kerk staat. Op basis hiervan trachten de leden van de SJM "in bijzondere trouw aan de paus en zijn hoogste leerambt te leven en zich als waardevolle medewerkers voor de bewaring van de eenheid in de Kerk en de zuiverheid van het geloof in te zetten" (uit het pauselijk oprichtingsdecreet).

Powered by Create your own unique website with customizable templates.