Ignatiaanse spiritualiteit

"Alles tot grotere eer van God". Deze leuze van de heilige Ignatius van Loyola is het programma van het apostolaat en de spiritualiteit van de SJM. De congregatie wil een gemeenschap zijn van missionair ingestelde ordeslieden die gans hun leven in dienst stellen van de verkondiging van het evangelie. Doordrongen van de geest van de Geestelijke Oefeningen van de H.Ignatius willen de leden de "banier van Christus" in de wereld dragen en in het bijzonder de jeugd terug naar de Kerk voeren en haar geloof versterken. Het leven volgens de evangelische raden is het antwoord van de ordesman op de roep van Christus, zijn Koning, die ieder apart tot een grootmoedige kruisnavolging oproept om in des te grotere vrijheid gans voor Hem en Zijn Rijk daar te zijn.
Het dagelijks leven van de SJM wordt in hoofdzaak bepaald door de lang bewaarde regels van de Jezuïetenorde. De stichter van de SJM, pater Hönisch, was een begeesterde Jezuïet. Hij wou niets anders doorgeven dan wat hij zelf beleefd had. Daarbij komt dat de regels van de H.Ignatius uitstekend pasten bij het stichtingsideaal van de eerste leden. Wanneer Ignatius in de 16de eeuw de "Sociëteit van Jezus" in het leven riep, dacht hij aan een streng geleide gemeenschap van mannen die vast gevormd door hun geestelijk leven tot elke soort van zielzorgend werk bereid waren. Geen contemplatieve gemeenschap, maar een orde van priesters en broeders die de kracht voor hun arbeid in de wijngaard van Christus uit hun eigen geestelijk leven konden halen. Die hun clausuur in het hart dragen en daardoor tot alle arbeid bereid zijn die de Kerk hen geeft. De pastorale arbeid kent geen grenzen dan de voorwaarde de grotere eer van God en het heil der zielen te dienen. Daarom namen de SJM het "Summarium van de Sociëteit van Jezus" over naast de andere regels van de oude Jezuïetenorde, waarbij heel wat regels aangepast moesten worden aan de veranderde tijdsomstandigheden. Bij de erkenning door de Heilige Stoel in de zomer van 1994 werden de regels van het "Summarium" voor de SJM door de Kerk officieel bevestigd.
Naar het voorbeeld van de Jezuïetenorde hebben de SJM geen gemeenschappelijk koorgebed om vrijer en beweeglijker te zijn voor het apostolaat. Het getijdengebed wordt door elke priester of diaken persoonlijk gebeden. Des te belangrijker is een levend innerlijk gebedsleven, dat zijn middelpunt vooral in het geheim van de Eucharistie heeft, in de veelvuldige aanbidding van het sacrament des altaars. Dagelijks wijdt elk lid een uur aan meditatie, aan het innerlijk gebed - dat door de H.Theresa het "verwijlen bij een vriend" genoemd wordt - om op deze manier Christus steeds beter te leren kennen en beminnen. Enkel door een levende verbondenheid met de Heer kan een apostolaat vruchtbaar zijn.
Daarenboven bidden de leden van de SJM dagelijks de rozenkrans. Een onmisbaar bestanddeel van onze spiritualiteit is de toewijding aan het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, waarvan de SJM niet enkel in naam de dienaren willen zijn.
"De meeste mensen weten niet wat God van hen zou kunnen maken als zij zich aan Hem zouden overgeven."
Heilige Ignatius van Loyola
Naar het voorbeeld van de Jezuïetenorde hebben de SJM geen gemeenschappelijk koorgebed om vrijer en beweeglijker te zijn voor het apostolaat. Het getijdengebed wordt door elke priester of diaken persoonlijk gebeden. Des te belangrijker is een levend innerlijk gebedsleven, dat zijn middelpunt vooral in het geheim van de Eucharistie heeft, in de veelvuldige aanbidding van het sacrament des altaars. Dagelijks wijdt elk lid een uur aan meditatie, aan het innerlijk gebed - dat door de H.Theresa het "verwijlen bij een vriend" genoemd wordt - om op deze manier Christus steeds beter te leren kennen en beminnen. Enkel door een levende verbondenheid met de Heer kan een apostolaat vruchtbaar zijn.
Daarenboven bidden de leden van de SJM dagelijks de rozenkrans. Een onmisbaar bestanddeel van onze spiritualiteit is de toewijding aan het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, waarvan de SJM niet enkel in naam de dienaren willen zijn.
"De meeste mensen weten niet wat God van hen zou kunnen maken als zij zich aan Hem zouden overgeven."
Heilige Ignatius van Loyola