
Dit citaat komt uit het "ontwerp voor de Dienaren van Jezus en Maria", dat door Pater Andreas Hönisch op 2 juli 1988 werd opgesteld. Het was de geest van deze tekst, die de eerste leden van de gemeenschap in hun jeugdige begeestering de stap deed zetten om het avontuur van een nieuwe stichting aan te gaan. En het is nog steeds dezelfde geest, die ook vandaag nog iedere jonge man moet vervullen wanneer hij wil intreden in de congregatie.
De geest van het scoutisme
De eerste leden van de congregatie kwamen allemaal uit de duitse Europascouts. Zij waren allemaal overtuigd van de waarde van het katholiek scoutisme: de bereidheid verantwoordelijkheid op zich te nemen, innerlijke en uiterlijke flexibiliteit, naar mensen toegaan, de bereidheidheid zich aan andere mensen te geven, een gezonde nieuwsgierigheid en een groot verlangen, de wereld en de mensen te leren kennen.
Net zoals in het scoutisme wordt onze levensstijl gekenmerkt door een eenvoudige levensstijl: een bescheiden woning, weinig komfort en luxe, zo veel mogelijk zelf trachten te doen. Natuurlijk is de SJM van vandaag niet meer de kleine groep van het begin: er is een noviciaat, een eigen seminarie, een internaat, verschillende parochies, ja zelfs een eigen uitgeverij bijgekomen. Trouw aan het motto van de heilige Ignatius van Loyola "Alles tot meerdere eer van God", mogen en moeten ook wij deze moderne hulpmiddelen voor het apostolaat gebruiken. Elke religieus moet echter in zijn persoonlijk leven de eenvoud, die zo kenmerkend is voor onze beginjaren, trouw bewaren.
Natuurlijk beperkt de SJM zich niet tot de scoutsbeweging, noch in haar leden, noch in haar apostolaat, noch in haar spiritualiteit. Wij proberen daar te werken waar de Kerk ons roept en waar er voor het heil van de zielen iets kan gedaan worden. De pioniersgeest en de flexibiliteit, die eigen zijn aan elke scout, moet door elk lid van de congregatie in het hart worden gedragen. Dit laat ons immers toe om elk werk op ons te nemen, waarheen de Voorzienigheid ons ook moge zenden.
Een volmaakte toewijding aan de Heer - door Maria's handen
Van in het begin was het voor de eerste leden duidelijk wat zij van de nieuwe gemeenschap verwachtten: zij wilden priester worden, zij wilden er zijn voor de jeugd en zij wilden in gemeenschap leven. Het gebonden zijn door de religieuze geloften, het aan God en de naaste gewijd zijn, stonden van meet af aan centraal. Het afstand doen van eigen bezit en afhankelijk zijn van de gemeenschap en zijn oversten door de gelofte van armoede, de beschikbaarheid voor de belangen van de Kerk, die door de stem van de overste tot de religieus spreekt, wordt verduidelijkt door de gelofte van gehoorzaamheid, en de absolute vrijheid voor God en voor de naaste, die in de celibaatsgelofte tot uitdrukking komt - deze drie zouden het fundament van hun verdere levensweg vormen. Hoe meer wij ons aan God binden, hoe meer wij ook in staat zullen zijn overrijke genade te ontvangen en aan de mensen verder te geven.
Door Maria's handen: de SJM is zonder Onze Lieve Vrouw gewoonweg niet voorstelbaar.
Dienaar van Jezus en Maria, de naam alleen al is een heel programma! Elk lid van de congregatie begint zijn dag met een toewijdingsgebed aan Maria en aan het heilig Hart van Jezus. Hij wijdt al zijn werken toe aan Maria, en besluit elke dag met een innige groet aan de Hemelse Moeder.
Apostolische ijver
"Als Jezus de vele mensen zag, had Hij medelijden met hen, want zij waren moe en lagen neer als schapen zonder herder. Toen zei Hij tot zijn leerlingen: de oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de heer van de oogst om arbeiders te sturen voor zijn oogst."
(Mt. 9, 36-38)
Deze honger naar het heil van de zielen moet elk lid van de congregatie kenmerken. Zoals ook Christus zichzelf niet gespaard heeft om de Blijde Boodschap naar de mensen te brengen, zo moeten ook wij vervuld zijn van dit verlangen om Gods liefde aan alle mensen te verkondigen, in woord en daad.
Het is niet zozeer het ongeloof van vele tijdgenoten of de aanvallen tegen geloof en Kerk die er voor zorgen dat het evangelie niet tot alle mensen doordringt. Het is veeleer de lauwheid van ons, christenen, in wie het vuur is gedoofd, en die niet langer branden om de wonderbare boodschap van Christus tot aan de uiteinden van de aarde te dragen.
Hoger, verder, sneller: de geest van Ignatius van Loyola
De SJM leeft volgens de regel van de heilige Ignatius van Loyola. De geest van haar leden wordt gekenmerkt door de spiritualiteit van deze grote heilige: Alles tot meerdere eer van God!
Niets mag ons groot of goed genoeg zijn voor God! Op de eerste plaats komt hier het voorbeeld van Pater Hönisch SJ, die als Jezuïet volledig van deze ignatiaanse geest doordrongen was, en die ook ons voor deze specifieke manier van religieus leven begeesterde.
Ook het katholieke scoutisme is doorheen zijn geschiedenis getekend geworden door het getuigenis en het werken van de Jezuïeten, die vrij vlug het geestelijk potentieel van deze opvoedingsmethode hadden herkend. Het gebonden zijn aan God door de drie geloften, grootmoedigheid in de zin van de heilige Ignatius van Loyola, de blijheid en de pioniersgeest van het scoutisme, een kinderlijke liefde tot Onze Lieve Vrouw: dit alles lijkt ons een gelukkige kombinatie om al zijn krachten voor de dienst aan God en de naaste ter beschikking te stellen.